NAP bijeenkomst 20 November 2025

NAP bijeenkomst 20 November 2025

27 november 2025 by Communicatie

Maatwerkafspraken: de lange adem tot succes

De laatste NAP-contactbijeenkomst van 2025 had als thema ‘Maatwerkafspraken’. Dit zijn individuele op maat gemaakte afspraken tussen de Nederlandse overheid en grote bedrijven, die specifiek zijn ontworpen om de verduurzaming en energietransitie te versnellen. De juiste condities voor een lange termijn transitie, bijvoorbeeld wat betreft concurrentiepositie, zijn daarbij van belang.

Deze contactbijeenkomst zijn er drie presentaties gegeven. Twee daarvan betroffen de praktijkervaring van twee bedrijven die daadwerkelijk tot afspraken hebben kunnen komen met de overheid. De derde was van een adviseur die diverse bedrijven heeft ondersteund in het proces als gids, als tolk, onderhandelaar en af en toe als boksbal.

NAP-voorziter Ron van den Akker opende de avond en verwelkomde iedereen. Hij gaf aan dat twee veranderingen in bestuur en programmaraad hebben plaatsgevonden. De nieuwe twee personen introduceerden vervolgens zichzelf. Marion Harms van Shell is toegetreden tot het bestuur. Tim Hartzema van Tata Steel is sinds november actief in de programmaraad. Vervolgens stond Ron stil bij het jubileumjaar in 2026, met een fantastisch feestelijke bijeenkomst in november van dat jaar. Het thema voor dat jubileum zal zijn ‘Samen sterk in een volatiele wereld’. Tenslotte benoemde hij nog ‘de stand van de economie’, die even daarvoor was besproken in bestuur en programmaraad. Daarbij kwam naar voren dat de procesindustrie in Nederland onder druk staat door de hele keten heen. Dat is te zien aan het opdrogen van projecten bijvoorbeeld voor biobased brandstoffen en het sluiten van fabrieken. Veranderingen en reorganisaties zijn daarbij noodzakelijk. Om de weerbaarheid te verhogen lijkt diversiteit in het portfolio een van de belangrijke maatregelen.

Beter groen hier, dan grijs elders

De eerste spreker was Mark Platier, directeur Infrastructuur en Capital projecten bij Deloitte. Mark was met zijn team onafhankelijk adviseur bij het komen tot Maatwerkafspraken. Hij ging in zijn bijdrage in op de bredere ontwikkeling van Maatwerkafspraken en op de geleerde lessen van twee jaar van samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. Daarbij wilde hij laten zien wat goed werkte, waar de complexiteit zat en waarom een realistische, lange termijn aanpak cruciaal is voor succes.

Het initiatief om tot Maatwerkafspraken te komen werd aangekondigd in het coalitieakkoord uit 2021 van het kabinet Rutte IV en werd destijds ingebracht door kamerlid Henri Bontenbal. Achtergrond was dat ongeveer tweederde van de industriële CO2-uitstoot afkomstig is van 20 grote bedrijven, met bedrijven als Dow, Yara, Shell, BP, Exxon, Tata, Sabic en Air Products. De brede doelstelling was om de uitstoot van deze 20 bedrijven te verminderen van 35 Mton CO2 in 2021 naar 19 Mton in 2030. Dit is 3,5 Mton meer dan de reductie die in de oorspronkelijke plannen stonden, die met ETS-beprijzing moest worden bereikt. De ambitie was kortom om de energietransitie te versnellen. Dit alles onder het motto ‘Better green here than grey elswhere’.

De aanpak om tot afspraken te komen bestond uit een drietrapsraket. Dat begon met de Expression of Interest, EoP, een processtap die nog relatief gemakkelijk ging. Deze stap is op dit moment gedaan met 14 van de 20 bedrijven. De volgende stap is de Joint Letter of Intent, JLoI, wat al een stuk moeilijker was. Dit is uiteindelijk gelukt met Nobian, Cosun, Tata Steel en Anqore. De laatste stap, het opstellen van Binding Agreements, de maatwerkafspraken, is tot nu alleen 100% gelukt met Nobian. Het bleek wel dat het ingewikkeld was om de doelstelling te halen, zeker met het eindjaar 2030 voor ogen waarin de afspraken in concreet afgeronde projecten moeten zijn omgezet.

Mark zou zijn bijdrage voortzetten na de twee presentaties van Nobian en Cosun, met ondermeer de geleerde lessen, de grootste uitdagingen en de kritische succesfactoren in het proces om tot Maatwerkafspraken te komen.

Strategie voor 2040 versnellen

De tweede spreker was Marco Waas, project manager Maatwerkafspraken bij Nobian. Hij opende met een groepsfoto van december 2024 toen de Maatwerkafspraken van Nobian met de overheid werden ondertekend. Een feestelijk gebeuren in Den Haag ook al omdat dit de eerste ondertekening van Maatwerkafspraken was. Tegelijk was daar het besef dat het nu zaak was om het ondertekende papier om te zetten in staal, ofwel concreet afgeronde projecten voor 2030.

Hij vervolgde met de vraag waarom het ministerie van Klimaat en Groene Groei, KGG, en Nobian aan dit avontuur zijn begonnen. Mark van Deloitte had in zijn introductie de ambities van het ministerie al toegelicht. Voor Nobian gold dat er al een duurzame strategie was ontwikkeld om klimaatneutraal te zijn, voor 2040. Die positioneerde Nobian daarbij als belangrijke producent om de energietransitie mogelijk te maken met producten als isolatiematerialen, windmolenbladen, batterijmaterialen, groene waterstof en ook van energieopslag in de zoutcavernes van Zuidwending.

De Maatwerkafspraken gaven de mogelijkheid om de groene doelstellingen, inclusief de CO2-reductie, uit die strategie naar voren te halen. De afspraken zouden de financiële risico’s kunnen reduceren door de inzet van Nederlandse en Europese subsidies. Daarnaast zou een commitment voor de haalbaarheid van implementatie voor het jaar 2030 ook risico’s op het gebied van vergunningen en elektrische infrastructuur kunnen reduceren.

Onder de Maatwerkafspraken van Nobian valt een aantal projecten die voor 2030 moeten zijn gerealiseerd. Dat betreft de elektrificatie met industriële warmtepompen van de zoutwinning uit de 250 miljoen jaar oude zoutlagen in Delfzijl en Hengelo en van het bijhorende schoonmaakproces tot hoge zuiverheid, het reduceren van het elektriciteitsverbruik met 15% van de chloor-alkali productie in Rotterdam met grote elektrolyzers en een aantal kleinere energie-efficiëntie projecten. Deze projecten leiden tot grote investeringen van honderden miljoenen; onder andere de actieve inzet van subsidies maakt het mogelijk om de business case rond te krijgen. Transparantie en betrouwbaarheid zijn daarbij doorslaggevend om zo’n proces tot een succes te maken, met goed begrip van elkaars positie.

Het hoofdresultaat zal een reductie van 525 kton CO2 zijn. Bijvangst is een reductie van 400 ton NOx, vergelijkbaar met de uitstoot van 80 melkveehouders. Ook bijvangst is een reductie van 300 mio m3 aardgas, te vergelijken met het gebruik van 250.000 huishoudens. Bij die laatste maakte Marco een vergelijking van kosten: de kosten om bij 250.000 huishoudens een vergelijkbare reductie in aardgasverbruik te realiseren zouden zesmaal hoger zijn dan bij Nobian. Andere reducties zijn een reductie van 135 GWh elektriciteit in Rotterdam en van 1,7 mio m3 drinkwater in Delfzijl en Hengelo.

Transities in een democratie

Marco pelde vervolgens de stappen die zijn doorgelopen af, te beginnen met de Expression of Interest, die december 2022 werd ondertekend. Hierin werd ondermeer vastgesteld wat het belang van Nobian is voor de Nederlandse staat en wat de ambities van Nobian zijn. Vervolgens werd gewerkt aan de Joint Letter of Intent, die uiteindelijk in december 2023 werd ondertekend, iets later dan de bedoeling was vanwege de val van het kabinet eerder in 2023. In dit JLoI staan de technische oplossingen en kosten en de te behalen CO2-reductie benoemd. Ook de inspanningen benodigd voor vergunningen en infrastructuur vanuit provincie, rijksoverheid en Nobian werden hierin vastgelegd. Ook de soorten in aanmerking komende subsidies en hun voorwaarden zijn hierin benoemd. In deze exercitie was goed te zien dat ieder departement zo zijn eigen ambities had maar dat uiteindelijk kon goed worden vastgesteld dat CO2-reductie de doelstelling moest zijn en dat allerlei andere reducties een mooie bijvangst zouden zijn.

De uiteindelijke maatwerkovereenkomst werd in december 2024 getekend, te zien op de foto die Marco liet zien. Hier werden de detailafspraken over oplossingen, reducties en kosten gemaakt, inclusief afspraken om obstakels in het project met vergunningen en elektriciteitsaansluitingen zoveel mogelijk te voorkomen. Ook de EU in Brussel is hierbij betrokken om zaken als ongeoorloofde staatssteun te vermijden.

Marco liet een plaatje zien met alle betrokken partijen, zowel vanuit Nobian als vanuit de overheid. Vanuit Nobian speelde daarbij dat er vijf projecten parallel liepen zoals de splitsing van Nobian en Nouryon. Vanuit Nobian waren circa 80 mensen betrokken bij het project.

Vanuit de overheid waren naast het kernteam van het ministerie van KGG diverse ministeries betrokken, evenals een aantal provincies, Rijkswaterstaat, TenneT en nog een aantal organisaties. Om die samenwerking tot een succes te maken waren een aantal periodieke overleggen, tweewekelijks, maandelijks, per kwartaal of ministerieel/CEO niveau tweemaal per jaar gedefinieerd, met de juiste escalatieniveaus. In 2024 leidde dat tot circa 150 meetings tussen Nobian en met ministerie van KGG/EZK

Voor ieder van die partijen was deze Maatwerk-aanpak als navigeren op een nieuwe, hobbelige weg met veel obstakels, maar met een duidelijk gedefinieerd einddoel met de focus op CO2-reductie. Het gezamenlijk vaststellen van de business case met RVO en met een extern adviescomité vergde transparantie en openheid, en vooral ook begrip voor de belangen van beide zijden. Belangrijk was dat het team dat betrokken was gedurende de hele periode steeds dezelfde was; ze raakten ze goed op elkaar ingespeeld en de learning curve werd daarmee niet verstoord.

Na de ondertekening van de afspraken in december 2024 zijn de maandelijkse meetings met het ministerie van KGG en van I&W, met de betrokken provincies, Rijkswaterstaat en de bevoegde autoriteiten voor vergunningen doorgegaan. Verder is er een kwartaalmeeting geïnstalleerd voor het programmacomité. Issues die besproken worden zijn bijvoorbeeld de vergunning voor de verschillende mijnactiviteiten, de specifieke projectvergunningen en de problemen op het elektriciteitsgrid in Twente.

Marco gaf aan onder de indruk te zijn van de manier van samenwerken die is bereikt met dit Maatwerkprogramma en maakte een vergelijking met de introductie van de Deltawerken, zowel qua grootschaligheid als qua vasthouden aan het doel. Hij sloot dan ook af met de opmerking dat iedereen veel had geleerd en dat dit naar zijn inzicht de enige manier is om een transitie tot stand te brengen in een democratie.

Vehikel

De derde spreker was Johan Dijkstra, project manager Maatwerkafsprakenvan Cosun. Hij begon met het kort introduceren van Cosun, een bedrijf dat actief is in de agri-food en dat ingericht is als coöperatie met circa 8.000 leden, met meer dan 10.000 telers. Er wordt circa 11 miljoen ton biomassa per jaar verwerkt en er werken 4.500 mensen op 22 productielocaties in 6 landen, meest in Noord-West Europa. Business groups zijn bijvoorbeeld Aviko voor het verwerken van aardappelen, Cosun Beet voor de productie van suiker uit bieten en Sensus voor de productie van voedselingrediënten.

De reden voor Cosun om aan te sluiten bij de Maatwerkafspraken was eigenlijk hetzelfde als voor Nobian. Het past bij de strategie, in dit geval de strategie voor 2030 om flinke CO2-reducties te behalen, om de water en grondkwaliteit te verbeteren en om hinder door gewasbescherming te halveren. In die strategie zat een aantal zaken die moeilijk haalbaar waren en de Maatwerkafspraken zouden een perfect vehikel zijn om dat wel te kunnen bereiken.

Daarom is Cosun hier ingestapt en een ervaring wilde Johan direct benoemen: het vergt een hele nieuwe taal, met zijn eigen afkortingen en jargon. Hij liet een plaatje zien met veel voorkomende typische woorden. Het kost tijd om dat alles te absorberen en om te weten wat ermee gedaan kan worden.

Het Maatwerkprogramma is bij Cosun gericht op zes productielocaties in Nederland. Dit betreft de locaties van Cosun Beet in Vierverlaten en Dinteloord, de Aviko locaties in Steenderen en Venray en de Sensus locaties in Zwolle en Roosendaal. Op deze locaties wordt totaal 350 ton CO2 uitgestoten. Dit betreft dus zes productielocaties, drie business groups van Cosun en de locaties zijn verdeeld over vijf provincies. Daarmee wordt stakeholder management en juiste afstemming een uitdaging. De ervaring van Johan was dat intern stakeholder management soms meer tijd vergde dan de afstemming met de overheid.

De CO2-reductie projecten die onder de Maatwerk-aanpak vallen zijn een aantal traditionele energie-efficiëntie projecten, de introductie van warmtepompen en MVR technologie net als bij Nobian, de elektrificatie door hybride gas/e-boilers en de verdubbeling van de productie van groen en biogas uit agro-residuen. Dit betreft aanzienlijke investeringen voor Cosun.

Vervolgens toonde Johan de tijdlijn die tot nu is doorlopen, startend met de uitnodiging van het ministerie rond Kerst 2023. Na ongeveer een maand kon Cosun instemmen met het ministerie dat men welwillend stond tegenover de Maatwerk-aanpak. Vervolgens werd na 9 maanden in oktober 2024 het Expression of Interest ondertekend met in hoofdlijnen de ambities, oplossingen, bottlenecks en verwachte inspanningen. Daarna werd gewerkt aan de Joint Letter of Intent met alle doelstellingen, het projectportfolio en de verwachte inspanningen verder uitgewerkt. Wat betreft de definitieve Maatwerkafspraken is een tweetrapsraket ingezet, omdat sommige onderdelen nog niet ver genoeg zijn uitgewerkt. Rond de Kerst van 2025 wordt het eerste deel met drie productielocaties naar verwachting getekend; later volgend jaar volgt het tweede deel.

Johan wijst op de lange adem en het vermogen om vol te houden om zo’n traject te doorlopen; het was twee jaar vol aan de bak.

Beste commissie ooit

Hij stond ook stil bij de externe adviescommissie die die JLoI-fase begeleidde. Hierin zaten een aantal uitstekende experts waarmee in een open discussie tot goede resultaten werd gekomen. Cosun moest met een heel gedegen verhaal aankomen wat leidt tot stimulerende uitwisseling van inzichten en hele goede kritische vragen van de commissie. Marco van Nobian voegde hier nog aan toe dat dit de beste commissie was die hij in zijn leven had meegemaakt.

Johan liet ook een organisatieschema zien met een gespiegelde organisatie bij overheid en Cosun, met een kernteam dat zich met de dagelijkse voortgang bezighield, de escalatieniveaus en de achterban en deskundigen en specialisten. Een aantal zaken die Johan opviel bij de overheid was de constructieve houding zonder een 9-5 mentaliteit, het prettige samenwerken ook als het moeilijk was zoals bijvoorbeeld bij het bij elkaar brengen van de kijk op business cases en het betrekken van specialisten om zaken verder uit te diepen, wat overigens ook inhield dat Cosun er zelf ook extra expertise bij moest betrekken. Goed begrip is ontstaan voor de rol van de overheid die het toekennen van subsidies juist moet kunnen verantwoorden. Ook goede betrekkingen tussen bijvoorbeeld Cosun CEO en directeur-generaal van het KGG-ministerie zijn nodig om het proces op gang te houden.

De ambities voor het finale Maatwerkakkoord liggen hoog met een CO2-reductie van 70% en watergebruikreductie van 25%. Daarnaast is er nog bijvangst met een significante NOx en een aanzienlijke NH3 reductie. Deels zijn de subsidieovereenkomsten bekend; voor een ander deel moeten deze nog verder ontwikkeld worden. Verder zal geholpen worden bij bottlenecks bij vergunningen en aansluiting op het elektrisch grid.

Johan heeft geleerd dat zo’n Maatwerk-aanpak een intensieve marathon is, waarvoor een lange adem benodigd is. Maar als samen wordt volgehouden dan blijkt er altijd een oplossing te bestaan voor ieder probleem. Als een bedrijf zo’n traject start dan moet dat passen bij de strategie en het senior management moet er vol van overtuigd zijn. Er zijn veel spelers en het is nodig dat begrip wordt verkregen voor de rol die een ieder speelt en voor de cultuur waaruit een ieder komt. Begrijp ook goed wat de reden is waarom soms ‘nee’ wordt gezegd en dat dit soms een ‘ja onder condities’ kan zijn; communicatievormen kunnen soms behoorlijk verschillen. Ook belangrijk is om de energie niet in alle gevechten te stoppen: chose your battles. En begrijp ook dat het complexe materie is; huur op sommige punten externe expertise in om valkuilen te voorkomen.

   

Afsluiting

Ter afsluiting kwam Mark Platier van Deloitte nogmaals aan het woord. Hij stond stil bij de verschillende rollen die Deloitte als extern adviseur speelt: als gids in bijvoorbeeld subsidieland, als tolk bijvoorbeeld om het jargon te verduidelijken, als stormram om bijvoorbeeld te laten begrijpen dat een ‘nee’ niet per se een harde ‘nee’, als onderhandelaar om bijvoorbeeld de multidimensionaliteit van de overheid helder neer te zetten.

Uitdagingen zijn er te over in een Maatwerk-aanpak. Op het gebied van economie zijn er bijvoorbeeld de geopolitieke ontwikkelingen, de dynamiek in energieprijzen en de wisseling van kabinetten met steeds ander beleid. Op het gebied van de business case is er bijvoorbeeld de ontwikkeling van de CO2-beprijzing. Ook zijn er de lastige formats waarin gegevens soms aangeleverd moeten worden. Uitdaging kan ook zijn het verschil in cultuur tussen bedrijven met een Angelsaksische achtergrond met hun traditie van vuistdikke contracten en de Nederlandse rechtspraktijk met het Rijnlandse model, waar voor het hekje de rechter altijd zal kijken naar redelijkheid en billijkheid. Ook de zoektocht in het EU-subsidie landschap is lastig; Nederland presteert nog zeer bescheiden in het verkrijgen van deze subsidies en mag best meer opeisen.

Op de kritische succesfactoren is eerder al ingegaan door de vorige sprekers. Een goed gemotiveerd kernteam en senior management zijn cruciaal. Goed afgestemde gespiegelde projectorganisaties met escalatieniveaus werken het beste. Een bedrijf moet beschikken over mensen die weten te navigeren in complexe omgevingen en daarbij moet worden voorkomen dat onbeantwoorde vragen het proces doen stoppen. Daarnaast is het belangrijk begrip te hebben voor de criteria die partijen hebben; het eindresultaat moet voor allen verteerbaar zijn en aan de eigen achterban verantwoord kunnen worden.

Al met al is de verwachting dat nog een aantal deals uit het Maatwerkprogramma zal volgen; niet met alle 20 grote bedrijven zal dat naar verwachting lukken. Mark verwacht dat er op een of andere manier wel weer een vervolg zal komen als er een rationale vanuit het beleid komt.

Ron sloot de bijeenkomst af met een verwijzing naar de volgende bijeenkomst in februari 2026 bij Haskoning in Delft.

        

Close