NAP bijeenkomst 25 september 2025
26 september 2025
De derde NAP-contactbijeenkomst van 2025 had als thema Water en dan met name een nieuwe aanpak voor de lozingsvergunning van het Chemelot industriecomplex, de zogenoemde mutual gains aanpak.
Het proces van vergunningverlening is normaalgesproken een discussie tussen voornamelijk vergunningverlener en bedrijf, met een aantal gedefinieerde inspraakmogelijkheden voor derden. In de mutualgains aanpak worden ook andere gebruikers van het oppervlaktewater waarop geloosd wordt betrokken. Dit zijn met name drinkwaterbedrijven die hun innamepunten hebben aan dezelfde waterloop en die strenge eisen kennen om oppervlaktewater überhaupt te mogen gebruiken als bron voor hun productie.
Op deze bijeenkomst werd in twee presentaties dit jaren durende proces toegelicht vanuit verschillend perspectief. Allereerst door een drinkwaterbedrijf, dat zo de kans kreeg om de eigen belangen en prioriteiten in te brengen. In de tweede presentatie door de Chemelot vertegenwoordiger die de belangen en ambities moest verwoorden van de circa 60 bedrijven op het Chemelot terrein. Beide partijen kregen door dit proces beter begrip van de andere kant en konden zo beter focus aanbrengen in hun activiteiten.
NAP-voorziter Ron van den Akker opende de avond en verwelkomde iedereen. Na de zomervakantie is een ieder weer opgestart met werken en het seizoen is pas echt begonnen als de eerste contactbijeenkomst na de zomer weer start. Deze keer met als thema Water, een onderwerp dat steeds complexer wordt. Daarbij werd deze avond eenzelfde case vanuit twee gezichtspunten beschouwd, de eisen aan de afvalwaterzuivering van een industrieel complex en de belangen van een drinkwaterbedrijf.
Ron stond ook stil bij het lustrumjaar 2026 als de NAP 65 jaar bestaat. Dat zal volgend jaar op 19 november worden gevierd met een speciale bijeenkomst. Tenslotte benoemde hij nog ‘de stand van de economie’, die even daarvoor was besproken in bestuur en programmaraad. Was voor de zomer nog sprake van dreigende donkere wolken met toch wel een vaal zonnetje, inmiddels is het donkerder en zijn er concreet projecten gestopt. Dit bijvoorbeeld als gevolg van hoge energieprijzen en de internationale onrust met oorlogen en tarievenkwesties. De aandacht voor het klimaat is daarbij op de achtergrond geraakt maar dat zal zeker terugkomen.
ZeepaardjeDe eerste spreker was Astrid Fischer, adviseur bij Evides, met als belangrijkste focus de zorg dat de kwaliteit van het rivierwater geschikt is om drinkwater mee te produceren. Zij begon met een geografisch kaartje met de 10 drinkwaterbedrijven in Nederland, waarvan Evides er één is. Deze bedrijven hebben totaal bijna 6.000 FTE in dienst en produceren jaarlijks meer dan 1 miljard m3 water. Investeringen zijn circa 900 miljoen euro en de totale lengte van de pijpleidinginfrastructuur is circa 120.000 kilometer.
De Maas is een belangrijke bron van drinkwaterproductie voor twee Belgische drinkwaterbedrijven en drie Nederlandse, Dunea, Waterleiding Maatschappij Limburg en Evides. Evides heeft als verzorgingsgebied Zeeland en het zuiden van Zuid-Holland met ondermeer Rotterdam en het Westland, een gebied van 33.000 km2 en 8 miljoen inwoners. In 2024 leverde Evides meer dan 150 miljoen m3 drinkwater in dit gebied. Daarbij is Evides voor 80% afhankelijk van oppervlaktewater als bron, met een belangrijk innamepunt in de Bergsche Maas. Vandaar ook het grote belang dat Evides hecht aan de kwaliteit van het Maaswater. Dit is ook te zien in het logo van Evides waarin een zeepaardje te zien is. Naast het feit dat dit beestje alleen kan overleven in schoon water, heeft het qua vorm hetzelfde uiterlijk als het Maasstroomgebied.
De kwaliteit van drinkwaterbronnen, zowel oppervlaktewater als grondwater, verslechteren steeds meer. Astrid liet een aantal krantenkoppen zien die bevestigen dat dit inmiddels wijd en zijd bekend is. De wettelijke mogelijkheden zijn echter beperkt om die bronnen te beschermen dus moeten andere wegen bewandeld worden. Maar welke, zo is de vraag?
Om die vraag te beantwoorden nam Astrid eerst een diepe duik in de monitoring van de kwaliteit van het Maaswater door RIWA Maas, een samenwerkingsverband van drinkwaterbedrijven dat streeft naar een kwaliteit van het oppervlaktewater van de Maas conform het European River Memorandum, zodat natuurlijke zuivering volstaat om drinkwater te bereiden.
Een eerste grafiek die een overzicht geeft van de resultaten uit meer dan 100.000 metingen van meer dan 600 parameters, geeft het inzicht dat 67 parameters worden overschreden. Deze geeft al een eerste indruk waar de focus op moet komen te liggen. Een andere grafiek geeft per subcategorie/component aan waar de problemen zitten en hieruit is te zien dat meer dan helft van de vervuilende stoffen van de industrie afkomstig zijn; andere vervuilers zijn de farmaceutische producten uit bijvoorbeeld ziekenhuizen, pesticiden en een categorie overig. Dit geeft aan dat vervuiling afkomstig van de industrie een belangrijke focus moet zijn.
Vervolgens werd een overzicht getoond dat liet zien hoe de afvalstromen lopen van industrie, ziekenhuizen, agricultuur en huishoudens naar afvalstort en afvalwaterzuivering en de grond in en van daaruit verder naar het grondwater en het oppervlaktewater. De afvalstromen van de industrie naar het oppervlaktewater werden hierin extra duidelijk aangestipt, vanwege de grote bijdragen.
Mutual gains aanpakDe mutualgains aanpak startte in 2015 met het pyrazool incident waarbij de afvalwaterzuivering van Chemelot te veel pyrazolen loosde op de Maas. Nadat dit probleem was opgelost, kwam bij de eerste gesprekken in 2017 over de vernieuwing van de vergunning de vraag op hoe herhaling voorkomen kon worden. Daarbij is toen gekozen voor een mutualgains aanpak. In 2019 heeft Circle Infra Partners namens Chemelot een vernieuwingsaanvraag ingediend voor de lozingsvergunning. Daarop zijn in 2019 en 2020 werkgroepen ingericht voor een aantal specifieke vervuilende stoffen zoals aminomethylphosphonic acid ofwel ampa, melanine, kwikzilver en vanadium. In 2020 is de vergunning door Waterschap Limburg toegekend aan Chemelot en in de daarop volgende jaren zijn regelmatig bijeenkomsten gehouden om te checken of voldaan wordt aan de vereisten en om ondersteuning te bieden. In 2025 zijn de besprekingen gestart voor vernieuwing van de lozingsvergunning die in 2028 zal moeten ingaan.
Kenmerkend voor de aanpak is dat eerst de meest relevant vervuilende stoffen voor drinkwaterbedrijven moesten worden geïdentificeerd, waaronder ampa en melanine. Dit resulteerde in een uitgebreide en innovatieve vergunning met circa 630 stoffen die worden gemonitord en gecontroleerd. Hiervoor moest een monitoring en screening programma ontwikkeld worden. Het streven in de vergunning is om zoveel mogelijk te komen tot resultaatverplichting in plaats van inspanningsverplichting. Evides participeerde in de tweemaandelijkse bijeenkomsten om obstakels en voortgang te bespreken. Dit waren bijeenkomsten waarbij voor alle partijen een steile leercurve is bereikt.
Aan de hand van grafieken van monitoringgegevens kon Astrid laten zien dat stap-voor-stap de vervuilende stof ampa in 2024 op alle meetpunten beneden het wettelijk toegestane maximum voor gebruik door drinkwaterbedrijven is gekomen. Eenzelfde grafriek kon worden getoond van de stof melanine die steeds verder is verminderd. In beide grafieken is de bijzonder droge zomer van 2022 te herkennen waarbij het debiet van de Maas heel laag was.
Dit is een bijzonder mooi resultaat van een bijzondere aanpak, zo sloot Astrid af.
License to Operate
De tweede spreker was Robert Overhof, werkzaam bij Circle Infra Partners en van daaruit compliance officer voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie van het Chemelot complex. Hij begon met een geografisch plaatje van de Chemelot site, tussen de plaatsen Geleen en Stein. Met daarop een aantal van de grote industrieën zoals Sabic, OCI, Sekisui, AnQuore en Fibrant. Ook te zien is de ietwat grillige loop van de Maas en de afkorting daarvan via het Julianakanaal met de haven van Chemelot nabij Stein, met aan de andere kant van het water de afvalwaterzuiveringsinstallatie aan de Ur waterloop en het Natura 2000 gebied Grensmaas. Chemelot heeft circa 60 industrieën waaronder 30 grote plants, met 290 kilometer aan rioolleidingen. De lozingsvergunning is gecombineerd in één vergunning. De circa 6.000 m3/uur water voor het Chemelot complex wordt gehaald uit het Julianakanaal en na pre-treatment tot proceswater gebruikt door de 60 verschillende industrieën. Na gebruik verdwijnt 40% van het water door verdamping in de bedrijfsprocessen; 60% komt, na buffering en pre-treatment waar ondermeer vaste stoffen eruit gehaald worden, terecht in de gezamenlijke afvalwaterzuivering. Dit betreft afvalwater, sanitair water, koelwater en regenwater. Het gezuiverde water wordt geloosd via een zijtak van de Ur op de Maas. De capaciteit van de zuiveringsinstallatie is 1 miljoen PE (inwonerequivalenten) en het volume bedraagt 150.000 m3.
Het Waterschap Limburg is de vergunningverlener voor de afvalwaterlozing. Om te voldoen aan de vergunning zijn regelmatige immissietoetsen noodzakelijk voor alle relevante afvalstoffen. Zoals in de vorige presentatie van Astrid al aangegeven was, is de vergunning tot stand gekomen met vele stakeholders zoals drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat.
Transparantie was van groot belang voor de vergunning. Daarom moesten alle (bij)producten en productmixen, die in het afvalwater terecht kunnen komen, uitgesplitst worden naar de verschillende componenten. Was in de vorige vergunning tot 2017 nog sprake van een aantal componenten, via de werkwijze in de bestaande vergunning is een uitgebreide lijst van circa 630 componenten opgesteld, waarvoor de zogenoemde Algemene Beoordeling Methodiek moest worden vastgesteld, inclusief jaarlijkse volumes, verwijderingsefficiëntie, effluentconcentraties en immissietoetsen. Tevens moeten plannen voor reductie bij de bron bij de verschillende industrieën worden opgesteld voor (potentiële) SVHC-stoffen, substances of very high concern, en voor A-stoffen.
Ook de influent, de administratie/optelling van de toestroom van de verschillende componenten naar de zuiveringsinstallatie moet worden vastgelegd. Tevens is een berekening/analyse van de effluent bij lozing benodigd, inclusief de werkelijke immissietoets per component. De uitstroom per component bij lozing moet daarbij gemonitord worden. Alle procesveranderingen in het Chemelot complex leiden tot een verandering in de vergunning wat op zijn minst 6 maanden kan duren.
NDA’s
Het hoge vereiste detailniveau had en heeft een aantal gevolgen. Zo moest voor ieder van de 60 industrieën op detailniveau de lijst met componenten worden vastgesteld, wat intensieve samenwerking vereiste. Verder moesten voor sommige producten Non DisclosureAgreements (NDA’s) worden opgesteld om de samenstelling van de producten te verkrijgen. Ook moet, als in de toekomst nieuwe componenten worden ingebracht door een industrie, het advies van drinkwaterbedrijven gevraagd worden.
Voordeel was wel dat met die manier van werken op componentniveau, beter inzicht werd verkregen voor het risicomanagement van drinkwaterbedrijven.
Astrid ging in haar presentatie al in op de reductie van de afvalstof ampa tot beneden de wettelijk toegestane waarden. Robert liet dit ook zien. Aanvankelijk in 2020/21 stond de vergunningslimiet nog op 120 microgram per liter; in 2023 werd deze gesteld op 10 microgram per liter. Ampa wordt geproduceerd in de zuiveringsinstallatie uit een stof die voornamelijk afkomstig is van de chemische toevoeging Atmp aan het koelwater. Door verschillende typen ingrepen per industrie, van groot tot klein, aan de conditionering van koelwater kon deze toevoeging sterk verminderd worden.
Er zijn veel lessen geleerd in dit traject. Zeker is dat transparantie goed is, maar dit leidt ook tot veel aandacht en vragen van het publiek en derden. De aanpak leidt ook tot veel nieuwe research. Zo zal in nieuwe installaties de conditionering van koelwater zonder chemische toevoegingen moeten worden gedaan. Tevens zal onderzoek naar microplastics die in het water terecht komen moeten worden gedaan. Hiervoor zal gepionierd moeten worden met sampling- en analysemethoden en dat zal leiden tot verder overleg met de overheid. Voor de immissietoetsen waren niet altijd standaards aanwezig; deze moesten daarom nog ontwikkeld worden en dat kon soms meer dan een jaar duren. Dit laatste heeft mogelijk ook negatieve gevolgen voor de snelheid om innovaties in te brengen, omdat vaak zoveel tijd benodigd is om een immissietoets te ontwikkelen.
Uit de discussie en vragen na afloop werd een indruk gekregen van de bijzondere dynamiek tussen vergunningverlener, Chemelot en de andere betrokken stakeholders om overeenstemming te bereiken over alle vereisten in de vergunning. Op vragen daarover werd aangegeven dat Chemelot daarbij ook een eigen ambitie heeft om de meest duurzame industriële site van Nederland te worden.
In 2028 zal een update van de vergunning nodig zijn. Daarover zijn de gesprekken reeds begonnen. De lozingsvergunning zal dan onder de omgevingswet vallen, met alle participatie van buiten die daarbij behoort. De verwachting is dat de SVHC-vereisten dan strenger zullen worden. In ieder geval zullen een aantal lessonslearned worden toegepast, zoals het eruit halen van sommige voorschriften die niet werkten.
Ron sloot de bijeenkomst af onder dankzegging aan de sprekers en met verwijzing naar de bijeenkomst in november 2025 die over de maatwerkovereenkomsten zal gaan die sommige bedrijven met de overheid sluiten.